We blikken terug op les 5.
Vervolgens herhalen we: zeggen waar je last van hebt.
1. Zeg de naam.
2. Zeg wat de ander doet.
3. Zeg wat je er van vindt.
4. Zeg wat je wilt.
Na een concentratie oefening gaan we de verschillende rollen in een groep bespreken: het slachtoffer, de smeker, de driftkop, de clown, de pester, de meeloper, de buitenstaander en de helper.
De kinderen denken na over de rol die zij meestal in de groep hebben. Ze gaan bij het bijbehorende kaartje staan.
Wat hebben de buitenstaanders nodig om helpers te worden? Meer helpers! Wat hebben de andere rollen nodig (om een helper te worden)? Hulp van helpers!
De kinderen oefenen hiermee door middel van een rollenspel.
Tenslotte wordt het huiswerk uitgedeeld en besproken. Veel succes met oefenen.